Musea
De presentatie van het Fries Verzetsmuseum is te zien op de tweede verdieping van het Fries Museum. De opstelling gaat over de beleving van de WO2 in Friesland. Via persoonlijke verhalen komt de bezoeker in contact met daders, slachtoffers en verzetshelden. Het is een verhaal dat raakt, confronteert en aan het denken zet. Een bezoek aan het Fries Verzetsmuseum is een ontmoeting met de bewoners van Friesland in de jaren 1940-1945.
Schoenen van Waanzin
Ongelofelijk: Duitse soldaat plundert Amerikaans vliegtuigwrak en vindt deze schoenen. Hij schenkt ze aan een Joodse onderduiker!
J-stempel
In de Tweede Wereldoorlog werd deze stempel gebruikt om de letter J in persoonsbewijzen van Joden te stempelen. Waarschijnlijk is de stempel afkomstig uit Sneek, waar 50 Joden woonden. Het is de enige, bekende, overgebleven stempel in Nederland.
Zelflaadpistool
Op 8 december 1944 is er een spectaculaire overval op de Blokhuispoort. Bevrijder Willem Leijstra (bijnaam Antoon) deed mee met zijn Walther P38 nr. 4087 kal 9 mm Para. 51 gevangenen werden bevrijd zonder een schot te lossen!
Het Verzetsmuseum bezit een van de grootste verzamelingen in Nederland over de bezetting en het verzet in de jaren 1940-1945. Door het decor van nagebouwde straten en wandvullende foto’s in de permanente expositie Nederland in de Tweede Wereldoorlog waan je je direct in de oorlogsjaren. Authentieke voorwerpen, foto’s, documenten, film- en geluidsfragmenten vertellen de geschiedenis van mensen in oorlogstijd: veel persoonlijke verhalen. Tot de vaste expositie hoort ook een afdeling over Nederlands-Indië. In Verzetsmuseum Junior maken jongeren kennis met deze aangrijpende periode uit de recente Nederlandse geschiedenis. Het Verzetsmuseum vertelt een verhaal dat belangrijk is en belangrijk blijft.
Accordeon
Bertus heeft een speciaal vervoermiddel voor bonkaarten bedacht; hij bergt ze op in zijn accordeon waaruit hij het binnenwerk verwijdert. Als ‘man met de harmonica’ valt hij er op bij de Duitse politie. Als de trein stopt op het station van Meppel hoort Bertus iemand op het perron iets fluiten dat door Bertus zelf bedacht is en vrijwel niemand kent. Gevaar! Hij verlaat de trein en krijgt op het perron te horen dat de Duitsers hem op het volgende station opwachten. Zo wordt zijn leven gered. Hij duikt onder tot het einde van de oorlog.
5 persoonsbewijzen
In 1941 moet iedere Nederlander vanaf 15 jaar een persoonsbewijs bij zich hebben. Zo kunnen de
Duitse bezetters de bevolking beter controleren. Maar met een vals persoonsbewijs kun je iemand anders lijken en aan de Duitsers ontsnappen. Jaap is de hoofdverspreider van de verzetskrant Trouw. Hij heeft zelfs wel vijf verschillende valse persoonsbewijzen! In elk persoonsbewijs staat een andere naam en een ander beroep. Hij moet goed onthouden welke hij bij zich heeft, en wie hij dus is, als de Duitsers hem controleren.
Stippenkaart Amsterdam
Deze kaart van Amsterdam is in opdracht van de Duitsers gemaakt door Nederlandse mensen die voor de gemeente werken. Elke stip staat voor tien Joden. Van de 140.000 Nederlandse Joden woonden er ongeveer 80.000 in Amsterdam. In januari 1941 moeten alle Joden zich laten registreren bij de gemeente. Vrijwel iedereen gehoorzaamt. Want wat gebeurt er als je weigert? En waarom zou je niet uitkomen voor je afkomst? De registratie maakt het de Duitsers makkelijker om de latere maatregelen tegen de Joden uit te voeren.
Kamp Vught was tijdens de Tweede Wereldoorlog het enige SS-concentratiekamp buiten nazi-Duitsland en het door nazi-Duitsland geannexeerde gebied. De SS had behoefte aan ruimte omdat de doorgangskampen in Amersfoort en Westerbork de toenemende stroom gevangenen niet meer konden verwerken. Op deze historisch beladen plek houden wij de herinnering levend aan de geschiedenis van het kamp en de slachtoffers. In woord en beeld worden ook actuele vormen van vooroordelen, discriminatie en racisme getoond. Zo wordt tastbaar hoe persoonlijke keuzes van individuele mensen ook nu nog kunnen leiden tot onderdrukking of uitsluiting van anderen in de samenleving.
Kamppak
Bij aankomst in het kamp moeten gevangenen alle bezittingen inleveren. Elke mannelijke gevangene krijgt in plaats van zijn naam een nummer en zijn kleding wordt een streepjespak. Vrouwen krijgen een blauwe overall. Ook daarop een rode driehoek en een nummer. Mannen worden kaalgeschoren, vrouwen mogen hun hoofdhaar houden.
Bekijk hier de 3d foto
Krijtjes
De 11-jarige Betje Blog wordt op 7 juni 1943 met het Kindertransport vanuit kamp Vught op transport gesteld. Voordat zij met haar familie naar Vught moest geeft ze haar kleurkrijtjes aan haar vriendinnetje. Op het doosje heeft zij het tekenen van de davidster geoefend. Haar vriendinnetje heeft de krijtjes altijd bewaard.
Schaakstukken
Philipswerknemer Carel Heijne fietst dagelijks vanuit Geldrop naar het kamp om te gaan werken.
In de buizen van zijn fiets verstopt hij briefjes van en aan gevangenen. Als dank voor zijn hulp krijgt hij dit zelfgemaakte schaak- en damspel van gevangenen cadeau. Zijn kleinzoon Jan heeft er jaren meegespeeld.
Bekijk hier de 3d foto
Het bombardement op Rotterdam is ruim driekwart eeuw geleden, maar dreunt nog steeds na in onze stad. De Experience in Museum Rotterdam '40-'45 NU zet je midden in het Rotterdam van mei 1940 met persoonlijke verhalen, indringende beelden en overdonderend geluid. Hoe voelt het als je leven in één klap overhoop wordt gegooid en je vertrouwde omgeving in stukken ligt?
Spel van de Luchtbeschermingsdienst
De Luchtbeschermingsdienst zorgde voor eerste hulp bij luchtalarm en voor een doeltreffende verduistering. Behalve deze zorg was het voorlichten van het publiek een belangrijke taak.
Dit gezelschapsspel werd voor een voorlichtingsactie van de Luchtbeschermingsdienst ontworpen.
Oproepbevel Razzia november 1944
Rinus en zijn vader moeten zich melden. De buurvrouw roept dat het maar voor 3 weken is. Er volgt een barre tocht naar Bremen waar ze moeten werken aan de spoorlijn Bremen-Osnabrück. Heel gevaarlijk werk door alle bombardementen. Na de oorlog kan Rinus pas weer naar huis. Rinus zegt: “Mensen van mijn generatie weten als indirect slachtoffer van onverdraagzaamheid wat het simpele woord vrede betekent. Ik hoop in al mijn vezels dat mijn nageslacht nooit met een oorlog of bezetting te maken zal krijgen”.
Kattenkistje
De moeder van de verteller ving katten die in het geschonken kistje naar de waterstoker werden gebracht. De waterstoker slachtte de katten en werkte ze om tot een eetbaar 'konijn'.
Het Joods Cultureel Kwartier (JCK) bestaat uit het Joods Historisch Museum, het JHM Kindermuseum, de Portugese Synagoge, de Hollandsche Schouwburg en het Nationaal Holocaust Museum i.o. Het JCK nodigt zijn bezoekers uit om kennis te maken met de joodse cultuur en geschiedenis, om de bestaande kennis te verdiepen en om actief na te denken over culturele diversiteit.
Ring
Gouden zegelring van Samuel Frides met zijn initialen, SF, op het zegel. In de ring de datum 16-4-42, de verjaardag van Samuel als hij bar mitswa wordt. Deze ring, met de bar mitswa-datum van Samuel Frides, werd door zijn ouders in bewaring gegeven aan een bevriende werkneemster. Mevr. Frides was kostuummaakster en had een atelier op haar woonadres in de Kerklaan. Het was de bedoeling dat hen, bij eventuele deportatie, na verkoop van de ring iets extra's gestuurd kon worden. Dit is niet gelukt, het gezin Frides werd zeer snel naar Polen doorgestuurd. De familie Frides was gevlucht uit Warschau. Dhr. Frides was daar directeur van een theater.
Kinderservies
Dit kinderserviesje is gebruikt door drie meisjes uit het gezin Oestreicher. Hun ouders waren Gerda Oestreicher-Laqueur (1906-1945) en Felix Oestreicher (1894-1945). Het gezin woonde sinds eind 1942 in Amsterdam. Op maandag 1 november 1943 worden ze opgehaald met een vrachtauto en afgevoerd. Een van de meisjes blijft achter want haar vader had op haar slaapkamerdeur geschreven dat ze difterie had. Ze was werkelijk ook ziek, echter door astma. Het meisje komt dan in de Joodsche Invalide terecht en na 2 1/2 maand wordt ze in een onderduikgezin ondergebracht. De anderen worden geïnterneerd in Bergen-Belsen. Kort voor de bevrijding van het kamp wordt een trein volgeladen en weggereden met de nog overlevenden uit het Sternlager. De trein is door de Russen tot stilstand gebracht in het dorp Tröbitz waar zij huizen van de mensen in dat dorp voor de 2000 kampbewoners vorderen. In Tröbitz treffen twee zusjes het serviesje aan in de boerderij waar zij een onderkomen vinden. Helaas overlijden de ouders van de kinderen aan vlektyfus. Het serviesje, waarmee ze oneindig veel spelen, is een ware schat die zij samen met hun vaders dagboek mee naar Nederland terugnemen in hun rugzakjes. Als ze daar weer herenigd worden met hun zusje komen ze - na twee jaar bij een pleeggezin te hebben gewoond - onder de hoede van hun tante.
Sigarettendoos
Dit doosje is gemaakt voor Leen Sanders, Nederlands kampioen middengewicht boksen. Sanders kreeg dit doosje als cadeau van een medegevangene in Auschwitz als dank voor hulp en steun in het kamp.
In onderstaand artikel is meer te lezen over hoe Leen Sanders in het kamp medegevangenen hielp.
Oorlog hoort in een museum. Dát is de boodschap van het oorlogsmuseum in Overloon, met een interactieve tentoonstelling voor jong en oud over Nederland tijdens de WO2. Hoe gedraagt de Duitse bezetter zich? En wat betekent dat voor de bevolking. Pas je je aan, werk je mee met de overheersers of komt je in verzet? En wat gebeurt er met je als je joods bent? In de tentoonstelling vertellen acht personen hun verhaal.
Enigma
Duits codeerapparaat. Type: Enigma G, serienummer: G219. Dit model G werd gebruikt door de Duitse Reichswehr (1928-1930) en later nog door Abwehr en ook door de Nederlandse Koninklijke Marine. De met draaischijven toegeruste Enigma G onderscheidt zich t.o.v. andere Enigma-modellen door het ontbreken van een stekkerbord en de aanwezigheid van een teller voor het aantal aanslagen, waardoor dit type de naam 'Zählwerk Enigma' kreeg. Bij het exemplaar in het museum ontbreekt een bijbehorende houten koffer en de accu, als ook de lampjes die onder het deksel gemonteerd moeten worden.
Waterkist
Martelwerktuig: met zink beklede houten kist, waarin gevangenen (vaak illegaliteitswerkers) in de strafgevangenis van Leeuwarden (het Burmaniahuis) werden gelegd, vervolgens gevuld met water en het deksel gesloten, met als doel ze aan het praten te krijgen.
Yvette
Vlet Yvette. Open zeilboot met boegzeil. Houten sloep, met de naam "Yvette", genoemd naar de vrouw van de eigenaar, waarmee in 1943 naar Engeland werd gevaren. Op 29 april 1943 werd de Yvette door schipper Kees Koole en zijn schip, de Nooit Volmaakt, via de Schie en over de Brielse Maas naar een kreek bij Brielle gebracht. Koole werkte vaak als volgt (bron: Wikipedia): dan vertrok Koole vanaf de Van Ravesteijnwerf in Leidschendam, waar de bootjes door Jo en Pier Meijer zeewaardig werden gemaakt; de vlet werd dan in het ruim van de Nooit Volmaakt onder de aardappelen verstopt of gewoon op sleeptouw genomen. Soms kwamen de Engelandvaarders ook daar aan boord, maar meestal haalde Koole hen later op, dat was veiliger. Dicht bij zee werden de vlet en de bemanning neergelaten, en konden ze met eb de zee op. Als het lukte door de branding te komen, hadden ze grote kans de overkant te halen.
Op 29 april had hij de a.s. Engelandvaarders Hein Kaars Sijpesteijn, Jan Bartlema en zijn vrouw Yvette Bartlema-Sanders, Hein Louwerse en Henning Meijer (overleden in 1964) aan boord, verstopt onder aardappelzakken. Zij stapten in de Yvette, roeiden naar zee, deden de motor aan, zeilden een stuk en bereikten op 2 mei de Engelse kust. Daar werden ze opgemerkt door een konvooi. Ze streken hun zeil en hesen de Nederlandse vlag. Het konvooi bleek uit Engelse schepen te bestaan. Ze werden aan boord genomen en werden bij Sheerness aan wal gezet.
Het museum kreeg deze in 1964 in de collectie, waarbij de vijf opvarenden aanwezig waren.
In het Airborne Museum, het voormalig Britse hoofdkwartier, staat de Slag om Arnhem centraal. Kom en beleef de Slag om Arnhem in dit aantrekkelijke en eigentijdse museum.. In de Airborne Experience ga je in de voetsporen van Britse parachutisten op weg naar Arnhem in september 1944. Je kunt er dwalen door een imposant oorlogsdecor met metershoge, authentieke filmbeelden. Een bezoek kan worden uitgebreid met aangrijpend verhaal door een ooggetuige of een rondleiding over de Airborne Begraafplaats. Hier zijn meer dan 1750 geallieerde soldaten begraven die sneuvelden tijdens of na de Slag om Arnhem.
De teddybeer van Arnoldus Wolters
Na de bevrijding van Nederland werd de vijfjarige Ike Wolters op een dag bij haar moeder geroepen. Daar wachtte een vreemde man op haar. Hij had een teddybeer voor Ike en een horloge voor haar moeder meegenomen. Het was voor Ike de eerste keer dat ze haar vader Arnold Wolters ontmoette. Over de teddybeer vertelde haar vader toen ze wat ouder was een bijzonder verhaal.
Luitenant ter Zee Arnoldus Wolters vertrok na de Duitse invasie in 1940 als Engelandvaarder naar Groot-Brittannië. Hij liet zijn vrouw en pasgeboren dochter in Nederland achter en ging werken voor de Nederlandse inlichtingendienst. In 1944 kreeg Wolters de opdracht om na Operatie Market Garden in het bevrijde Arnhem Militair Commissaris te worden. Ervan uitgaand dat hij zijn gezin snel weer terug zou zien, kocht hij een dag voor zijn vertrek een teddybeer om aan zijn dochter cadeau te geven.
Wolters vertelde dat de teddybeer in zijn rugzak zat toen hij op 17 september 1944 in een zweefvliegtuig met de Britse 1st Airborne Division naar Nederland vloog. De beer ging ook met hem mee toen hij in Hotel Hartenstein verbleef, waar hij werkte als tolk. Toen de geallieerden noodgedwongen moesten evacueren, nam hij de teddybeer mee tijdens het oversteken van de Rijn en de reis terug naar Groot-Brittannië. Daar bewaarde hij de beer, tot hij hem na de bevrijding van Nederland eindelijk aan zijn dochter kon geven.
De knuffelbeer is altijd in de familie gebleven en daarmee ook het bijzondere verhaal van Wolters. Of de beer écht de Slag om Arnhem heeft meegemaakt, is te betwijfelen. In de zweefvliegtuigen was weinig ruimte voor bagage en bij de evacuatie bereikte Wolters hangend aan een boot de overkant van de Rijn. Een knuffelbeer zou deze avonturen waarschijnlijk niet overleefd hebben. Maar dat de beer onlosmakelijk verbonden is met de Slag om Arnhem staat vast, hij zorgt er immers voor dat het verhaal van Arnold Wolters nog steeds wordt doorverteld. Hij staat bovendien symbool voor de hereniging van een vader en zijn dochter na de oorlog.
Behang met kill score van Tony Crane
Soldaat Tony Crane was een sluipschutter bij het Pathfinder Company, 21st Independent Parachute Company. Tijdens de Slag om Arnhem was hij 20 jaar oud. The weather was beautiful, everything was nice and peaceful. And it was just like doing a normal exercise at home. The Germans knew within 2 hours who we were. And then it got […] then, and then it got really worse and worse. We thought we’d get to the bridge, but I’m afraid we got no further than Oosterbeek. The house we went in was in good condition, and then the houses behind us were getting burned, blown up. And then we got pushed out. I was frightened. But you had to carry on because that was your job. And then I got into that other house, and that’s where I got my first victim. It was very hard. Two Germans came out of a little narrow exit, and stood there with their rifles on their shoulders. And what went through my head was it could be somebody’s son or somebody’s husband, and I was shaking like a leaf. Frightened. So instead of shooting them straightaway I put a bullet between their feet, between the pair of them. And they didn’t take any notice, they just walked around. So I plucked up courage, but I was shaking. I don’t know how I managed to hit them. The first one dropped then his mate just looked around, as though he was saying, where did that come from. So then I shot him. But after that, I don’t know what went through my head. You just had no feeling whatsoever. Whoever was in front of me, I shot. I had no … about it, after the first two. So I can’t explain what happened to me. But then I suppose in the same way they would’ve shot me, wouldn’t they. Lucky to get the first ones in. So I did that thing on the wall. Tried to make myself a bit braver. Stupid thing to do but, 20 year old, you do stupid things. You would see their medical orderly’s bandaging our lads up, and our medical orderly’s bandaging theirs up. Which was crazy. Couple of hours before we were trying to kill each other. And then they were bandaging each other up. I don’t know, can’t understand it. When I look back I think it’s futile. It’s taken all them lives. There’s no point in it, is there. Tony Crane steekt tijdens Operatie Berlin de Rijn over en weet veilig Nijmegen te bereiken. Hij vecht nog in Noorwegen en Palestina, voordat hij in 1946 uit het leger gaat. Tony Crane overlijdt op 15 januari 2011, op 86-jarige leeftijd.
Bolderkar van de familie Timmerman
‘De kinderen in de kinderwagen. De trekkar meer dan opgeladen. Dan het ergste moment, het sluiten van je eigen deur, hoe zul je het ooit terugzien?’ Met deze woorden beschrijft Bep Timmerman het vertrek van haar familie uit Arnhem. Samen met haar man Roelof en haar twee kinderen Marina en Jaap moest Bep Timmerman op 24 september gedwongen haar huis achterlaten.
In een tijd waarin gezinnen geen eigen auto hadden, was zo’n evacuatie niet makkelijk. Niet iedereen had een fiets, dus de meeste gezinnen moesten te voet vertrekken. Wie nog iets op wielen had, nam dit mee. Mensen wisten niet hoe lang ze weg moesten blijven, dus namen zo veel mogelijk bagage mee. De familie Timmerman had een kinderwagen en deze bolderkar. De kinderen van 2 en 4 hoefden dus niet zelf te lopen, en een groot deel van de bagage kon op de kar.
Veel tijd om in te pakken was er niet, dus de familie probeerde zo veel mogelijk praktische spullen te verzamelen. Daarnaast werden foto’s uit de lijsten gehaald en kreeg de vierjarige Marina een pop, die ze eigenlijk pas met Sinterklaas zou krijgen. Zo hoopte haar moeder haar zoet te houden tijdens de lange reis die voor de boeg stond. Ten slotte het belangrijkste: een witte doek. Evacués droegen deze bij zich, om te voorkomen dat ze beschoten zouden worden.
U ziet de bolderkar ook op deze foto. Hier is de familie Timmerman onderweg naar Zeist, waar de ouders van Roelof woonden. Hier bleven ze een tijdje, maar door de steeds groter wordende schaarste was er niet genoeg eten voor iedereen. Na drie maanden besloten ze daarom naar Friesland te vertrekken, waar meer voedsel was. Na de oorlog keerde de familie, met de kar, weer terug naar Arnhem.
Tijdens de WO2 werden vanuit kamp Westerbork 107.000 Joden en Sinti en Roma op transport gesteld naar concentratiekampen. Leerlingen die een bezoek brengen aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork volgen de persoonlijke verhalen van slachtoffers uit hun eigen woonplaats. Ze ontwikkelen inzicht over de verschillende stadia van de Holocaust: van discriminatie en uitsluiting in de eigen omgeving tot vervolging en moord. Daarnaast is er aandacht voor de rol van slachtoffers, daders en omstanders.
Keteltje
link naar de 3D foto van Chris Booms
Het keteltje is een van de voorwerpen dat werd opgegraven uit een tuin in Wije. Het was eigendom van de Joodse familie Aussen. Op 3 oktober 1942 werden Hertha en haar zus Annie van huis gehaald en naar Westerbork gebracht. Moeder volgde enkele weken later. Vader bevond zich al in het kamp en werkte er in de smederij. Meer dan een jaar bleven ze in kamp Westerbork. Op 14 september 1943 schreef Hertha een laatste groet op een briefkaart, die ze uit de trein wierp.
‘Mijn liefste Netty, De laatste afscheidskaart ontvang je vanuit de trein. We zitten met ruim 40 mensen + bagage en het is benauwd in veewagen. We zijn vol goeden moed. Tot een spoedig weerziens in ons dierbare Hollandje. Vaarwel en kus, Hertha.’
Op 14 september 1943 maakte de familie Aussen deel uit van het transport naar Auschwitz. Een voorbijganger vond Hertha’s laatste briefkaart naast de spoorlijn en postte hem. De kaart is slordig geschreven, met een stompje potlood op haar knie of op haar rugzak. Drie dagen later werden Hertha, haar vader en haar zus direct na aankomst in Birkenau vergast. Hertha's moeder stierf kort na de bevrijding van het kamp, als slachtoffer van medische experimenten.
Eendje
Link naar de 3D foto van Chris Booms
Als Ruth vier of vijf jaar oud wordt, krijgt ze voor haar verjaardag een geel houten eendje op wieltjes. Gemaakt in de speelgoedwerkplaats van Kamp Westerbork, waar Joodse gevangenen speelgoed maakten voor kinderen in Duitsland.
Spaarpotje
Link naar de 3D foto van Chris Booms
Het betreft het spaarpotje van Wilhelmina Wolf (1938) uit Noordbroek. Vlak voordat zij en haar moeder zich meldden voor deportatie naar kamp Westerbork, bracht haar moeder het spaarpotje van Wilhelmina naar burgemeester Sjoerd Edema.
Wilhelmina en haar ouders overleefden de oorlog niet, ze werd op drie jarige leeftijd vergast in Auschwitz. De burgemeester bewaarde het spaarpotje jaren in de lade van zijn bureau. Zijn dochter besloot het spaarpotje te schenken aan het museum.
Bevrijdingsmuseum Zeeland toont de bewogen geschiedenis van Zeeland tijdens de WO2. Het museum besteedt daarbij in het bijzonder aandacht aan de Slag om de Schelde (1944), de langste en hevigste veldslag op Nederlands grondgebied. De uitkomst van deze cruciale operatie was direct beslissend voor het einde van de WO2 in West-Europa. De verhalen van toen zijn nog steeds van nu. De uitkomsten van de Slag om de Schelde en het openstellen van de haven van Antwerpen, waren bepalend voor de plannen voor de oprichting van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Dit rechtvaardigt de opoffering, toen en nu.
Belboei
De bel is voor zover bekend één van de drie nog aanwezige bellen in Nederland van een North Foreland-route boei. Deze routeboeien liepen van de monding van de Thames in Engeland tot in de monding van de Schelde.
De Duitsers hadden in de zomer van 1944 in de Schelde-monding talloze mijnen gelegd.
Achter de mijnenvegers voer een grote Engelse tonnenlegger, die de geveegde geul direct markeerde.
Postduif in parachute
De Engelsen breidde hun krijgsmacht uit met de postduivendienst (the Carrier Pigeon Service) omdat ze bang waren, na mogelijke invasie van de Duitsers, hun telefoon- en radioverbindingen te verliezen. Toen die Duitse invasie niet doorging werden de getrainde duiven voor andere militaire doeleinden ingezet. En de Duitsers wisten maar al te goed dat de duiven van groot militair belang waren.
Christiaan Scheele en zijn vader woonde in Zaamslag. Toen de Polen bij Axel zware gevechten leverden wilden ze graag weten wat hun achter het front te wachten stond. Om hierachter te komen werd met een klein vliegtuigje een Engelse postduif in harnas (zodat de duif niet weg kon vliegen) aan een parachute gedropt met een doosje instructies erbij.
De bedoeling was dat je de gegevens waar men om vroeg op een papiertje zou schrijven en vervolgens in het berichten kokertje zou stoppen wat je weer om de duif zijn poot zou bevestigen.
Nu kon de duif in de lucht worden gegooid om aan zijn terugreis naar Engeland te beginnen. Terug aangekomen in Engeland werd het berichtje per zender doorgegeven aan het hoofdkwartier van de Polen.
De complete parachute inclusief harnas en berichtenkoker is altijd door de familie Scheele als souvenir bewaard, de zoon van Christiaan Scheele woonachtig in Hilversum heeft het object geschonken aan het museum zodat dit Zeeuwse verhaal bewaard blijft.
Bordje Verboden voor Joden van plaatselijke winkelier
Wit houten bord met zwarte tekst: "Voor Joden verboden". Links van de tekst zien we een militair waarmerk. Dit verbodsbord hing aan schuur bij noodslager "Kleinepier" uit Grijpskerke. Door dit bord aan de gevel dachten de Duitsers dat de slager Duitsgezind was, en daardoor kreeg hij niet vaak controle. In werkelijkheid hielp hij de bevolking door clandestien slachtingen uit te voeren.
Het Nationaal Onderduikmuseum ‘vertelt’ verhalen van gewone mensen in een ongewone tijd: de WO2. In Aalten waren veel onderduikers. Het museum was toen een woonhuis van een gezin met twee kleine kinderen. De voorkamer werd gevorderd door de bezetter. De buurt schuilde in de gewelfkelder tijdens bombardementen, op zolder was een onderduikruimte.
De Kajak, Pieter Timmerman 1944
De kajak van Pieter Timmerman was een poging van deze 17-jarige jongen om te ontsnappen naar Engeland. Het lukte hem uiteindelijk niet om de kajak waterdicht te krijgen en zijn vlucht ging niet door. In plaats daarvan moest hij onderduiken en werd hij actief in het verzet.
Veel zogeheten Engelandvaarders kwamen om bij hun tocht. Pieter overleefde de oorlog.
Vliegtuigje, gemaakt in onderduik 1943
Joop Levy zit al een jaar ondergedoken met zijn familie in Lintelo als hij een cadeau krijgt voor zijn 8ste verjaardag. Het is een houten vliegtuigje dat gemaakt is van een oude toiletbril door zijn neef en wordt gebracht door een koerier uit het verzet. Het is een kostbaar bezit voor jongen onder gevaarlijke omstandigheden. Drie weken voor de bevrijding verblijven er zelfs 70 Duitse soldaten op het terrein waar de familie schuilt. Het loopt goed af.
Tijdens de bevrijdingsoptocht in Varsseveld loopt Joop mee, verkleed als piloot met het vliegtuig trots onder zijn arm.
Vervalst paspoort van Ivy Philips 1943
Ivy Philips' vader wordt opgeroepen zich te melden in Westerbork. Ivy neemt de boodschap van zijn vader ter harte: “Vlucht en duik onder!” Hij gaat naar de kapper en met deze nieuwe foto vervalst hij zelf een clandestien verkregen paspoort van een twee jaar oudere jongen. Op een boerderij in De Heurne wordt hij schuilgehouden. Na de oorlog verneemt Ivy dat zijn vader, moeder en broertje zijn vermoord in Sobibor.
In het prachtige groene en heuvelachtige landschap van Groesbeek ligt het Vrijheidsmuseum. Het museum ligt dicht bij Duitsland en midden in het gebied van twee van de belangrijkste operaties aan het Westfront tijdens WO2: Market Garden en Veritable. Het is een publiekstrekker voor jong en oud, uit binnen- en buitenland. De bezoekers beleven het boeiende Verhaal van Oorlog en Vrijheid zonder Grenzen in zowel Nederland als Duitsland, Europa en daarbuiten. Er is nooit één verhaal. De Tweede Wereldoorlog krijgt in het museum vanuit verschillende perspectieven een veelzijdig gezicht, in samenhang met de 20e eeuw en de actualiteit. De bezoeker wordt uitgedaagd kritisch na te denken over vrijheid toen en nu, vol beleving, interactiviteit en museale topstukken.
Nationale Feestrok
Oud-verzetsvrouw Mies Boissevain-Van Lennep bedacht de Nationale Feestrok als symbool van de rol van vrouwen bij de bevrijding en wederopbouw. Oude materialen werden hergebruikt tot iets nieuws. Lapjes van oude kleding vertelden een persoonlijk oorlogsverhaal. Daardoor was iedere rok uniek, maar samen vormden de feestrokken een geheel. Zo hadden vrouwen een soort uniform waarmee ze konden meelopen in bevrijdingsoptochten. De ‘eenheid in verscheidenheid’ van de rokken was ook bedoeld als kritiek op de vooroorlogse verzuiling. Boissevain-Van Lennep zag voor vrouwen een belangrijke rol in het creëren van een Nederlands gevoel van eenheid.
Dagboek Trees Schretlen
Trees Schretlen uit Nijmegen was 18 jaar oud en zat op de middelbare school toen Operatie Market Garden begon. Ze maakte van haar schoolagenda een dagboek over de strijd om Nijmegen, haar eerste ontmoetingen met geallieerde soldaten en het verblijf in schuilkelders toen de stad met granaten werd beschoten.
Trui van hondenhaar
Tijdens de bezetting was textiel schaars, dus moest je creatief zijn. Mevrouw Van Ogtrop uit Eemnes maakte in 1943 voor haar dochter een truitje van het haar van keeshond Sten. De hond werd regelmaitg geborsteld en de plukken haar die daarbij loskwamen werden verwerkt tot een trui. In hetg begin kriebelde de trui verschrikkelijk maar na een paar keer wassen werd hij lekker zacht.
Speciaal voor het onderwijs en professionals (in opleiding) ontwikkelt het Indisch Herinneringscentrum educatieve programma’s en (digitaal) lesmateriaal over de WO2 in Nederlands-Indië en de daarop volgende dekolonisatie. Met het educatieve aanbod maken we thema’s als kolonialisme, oorlog en migratie bespreekbaar. Tijdens onze onderwijsprogramma’s verdiep je je in persoonlijke verhalen en gebeurtenissen van de koloniale tijd, Japanse bezetting, dekolonisatie-periode; ga je op zoek naar de koloniale erfenis in je eigen omgeving; en bespreek je onderwerpen als identiteit, discriminatie, vrijheid. Het IHC is gevestigd in Museum Sophiahof in Den Haag. Hier vind je alles over Indië tot nu.
Cartoon Pieter Steenkamp
In september 1944 tekent Pieter Steenkamp, Henk Tijken in het Japanse krijgsgevangenenkamp Changi in Singapore. Geen portret, maar een cartoon. Op de tekeningen staan verschillende verwijzingen: zo kweekt hij planten, geeft hij Javaanse lessen en is altijd beschikbaar als bridge-partner. Maar waarschijnlijk ziet Steenkamp hem vooral als een Brabander afkomstig uit Breda.
Breinaald Bep Groen-Lengkeek
Bep Groen-Lengkeek (1917) heeft deze breinaald met het knotje wol zorgvuldig bewaard. Voor haar staat dit symbool voor het overleven tijdens haar interneringstijd in het beruchte Japanse vrouwenkamp Tjideng. De gebreide sokken voor Japans militairen leverden de noodzakelijke aanvulling op het karige rantsoen: voor zes sokken kreeg Bep namelijk één ons suiker of één ons bruine bonen.
Kamp-ABC
Toosje Vrank (1934) is jarig in het Japanse vrouwenkamp Kareës in Bandoeng. Onderwijs is in het kamp verboden. Van haar voormalige onderwijzeres, een medegevangene, krijgt ze een verjaardagscadeau: een zelfgemaakt kamp-ABC in vrolijke kleuren speciaal voor haar gemaakt. Zo kan Toosje toch oefenen met lezen. Toos heeft tegenover haar kinderen altijd gezwegen over deze periode. Zij hebben dit verhaal van hun vader gehoord.
Het Museon is een populair wetenschappelijk museum. In de grote tentoonstelling Jouw wereld, mijn wereld gaat het erover hoe de aarde ontstond, wanneer de dino’s leefden, hoe de eerste mens eruit zag, waar energie vandaan komt, hoe verre volken leven en hoe mensen recht en vrede kunnen bewaren. Een deel van de collectie bevat voorwerpen gerelateerd aan de opkomst van het fascisme in Duitsland en Nederland, het verloop van de WO2 in Nederland en de weerslag op het dagelijks leven. De nadruk ligt op de regio Den Haag. Speciale aandacht is er voor verhalen uit Japanse interneringskampen in de vaste presentatie Kind in oorlog.
Dominee met voetbalbeker
De legerpredikant Carel Hamel zette zijn werk voort in de krijgsgevangenkampen waar hij terechtkwam. Van een stervende medegevangene kreeg hij deze voetbalbeker. Voortaan deed deze voetbaltrofee onder andere dienst bij het toedienen van de laatste sacramenten aan stervenden in het kamp.
Hulp na de atoombom
Koos van Houten werkte als dwangarbeider op een scheepswerf in Nagasaki, toen een Amerikaanse bommenwerper op 9 augustus 1945 de stad met een atoombom vernietigde. Hij was een van de overlevenden. De pet draagt nog sporen van de bom.
Behalve de pet en zijn broek droeg hij niets toen hij wegvluchtte voor de branden die overal uitbraken. ‘Ik kreeg het behoorlijk koud en ik beefde’, herinnerde hij zich. ‘Een Japanse soldaat gaf mij deze regenjas. Ik ben hem hier nog steeds dankbaar voor.’
Tekening van Charles Burki
Charles Burki (Magelang, 4 mei 1909 – Den Haag, 28 april 1994) was een Nederlands tekenaar, illustrator, schrijver en ontwerper van vervoermiddelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze door de Japanners gevangengenomen. Van het kamp in Bandung werd hij overgeplaatst naar Japan. Burki overleefde daarin het zinken van het schip Tamahokoe Maroe door een torpedoaanval door de Amerikaanse onderzeeboot de USS Tang (SS-306). In Japan overleefde hij de atoomaanval. Tijdens zijn gevangenschap maakte hij tal van tekeningen daarover.
De Gedenkplaats Kamp Amersfoort in Leusden herinnert aan het ‘Polizeiliche Durchgangslager Amersfoort’, waar tijdens de WO2 zo’n 35.000 (vooral) mannen gevangen werden gehouden. Het was een strafkamp waar velen werden verwaarloosd, mishandeld en op transport gesteld naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Nu is er een bezoekerscentrum met een (groot) buiten en binnenterrein. Het kamp organiseert rondleidingen en biedt diverse projecten aan voor het onderwijs onder het motto herinneren, bezinnen en leren.
Koffer van Gerrit Verhoef
Gerrit Verhoeff werd opgepakt bij de Merwederazzia op 16 mei 1944 en naar Kamp Amersfoort gebracht. Begin juli kreeg de familie bericht dat hij op 14 juli op transport naar Braunschweig zou gaan en of ze een koffer met inhoud wilden opsturen. Zijn broers, beiden timmerman, maakten een koffer voor hem. Op het lijstje aan de binnenkant van het deksel stond geschreven welke spullen er mee moesten op transport.
Gerrit ging echter niet op transport, want hij was die dag ziek en verbleef in de ziekenboeg. In plaats daarvan werd hij op 11 augustus 1944 weer vrijgelaten. De koffer verdween naar zolder.
Tabaksdoosje
Dit doosje was van oud-gevangene Geert Hemminga. Hemminga, geboren op 26 mei 1923, was politieagent en werd in september 1944 met een groep politiemannen gearresteerd en naar Kamp Amersfoort gebracht. Door een ernstige, besmettelijke ziekte miste hij het transport naar Neuengamme, waar vrijwel al zijn collega’s de dood vonden.
Hemminga werd door bemiddeling van het Rode Kruis begin april 1945 vrijgelaten en kreeg een fiets om naar zijn ouderlijk huis in Fochteloo (Friesland) te gaan. Onderweg, op 7 april 1945, werd hij bij een luchtaanval voor een militair aangezien en bij Lichtmis (Gemeente Rouveen) beschoten. Hij overleed aan zijn verwondingen.
Bijbel
Bijbels en andere persoonlijke bezittingen waren streng verboden in Kamp Amersfoort.
Ondanks fikse straffen werden ze regelmatig naar binnengesmokkeld. Geloof was een grote steun voor de gevangenen. In deze bijbel staan namen en adressen, verslagen van gebeurtenissen, onderzoeken, en een geïmproviseerde kalender.
Vertel Vrijheid! is een initiatief van Stichting Musea- en Herinneringscentra 40-45.
Stichting Musea en Herinneringscentra ’40-’45 (SMH) is het samenwerkingsverband van 15 grote musea en herinneringscentra in Nederland met een bereik van 1,2 miljoen bezoekers per jaar. www.smh40-45.nl
Vertel Vrijheid! is mogelijk gemaakt door
Colofon
Konrad Koselleck Big Band beats en muziek kennisclips
Vincent Bijlo teksten kennisclips
Nina Mispelblom Beyer regie en productie videoclips
Postmen regie en productie kennisclips
Schiavone Simpson, Leonie Klooster, Atta de Tolk, Kiddo Cee raps en spoken words in kennisclips
Idske Bakker ontwerp project, lesmateriaal en projectleiding
Voor meer informatie info@vertelvrijheid.nl